Profetie 116

Jullie Moeten “Geloof Water Wandelaars” Zijn!

Geschreven/Gesproken onder de zalving van de RUACH ha KODESH
door Apostel Elisabeth (Elisheva) Sherrie Elijah heen.
Gegeven op 30 september, 2009 aan het eind van Yom Kippoer
Vrijgegeven op 14 oktober, 2009

(Van Profetie 105, YAHUVEH zei om dit te plaatsen op alle Profetieën van nu af aan: IK waarschuwde jou een lange tijd geleden Elisabeth om deze Bediening niet te noemen naar een man of een vrouw, zelfs voordat er een Bediening was. IK plaatste het in jouw geest want niets hiervan is gedaan door jouw hand, niets hiervan is voort gekomen vanuit jouw mond, het is vanuit de mond van YAHUVEH die geboorte heeft gegeven, het is vanuit de mond van YAHUSHUA jouw MASHIACH die geboorte heeft gegeven, het is vanuit de mond van de RUACH ha KODESH jouw IMMAYAH die geboorte heeft gegeven. Indien het slechts door jouw hand zou zijn geweest zou het lang geleden gefaald hebben. Het is door de Shkhinyah Glorie's wind die over deze aarde blaast, de Heilige wind der opwekking, het is niet door jouw adem of het zou gefaald hebben. (Jesaja 42:8) 

* * * * * * *

Uitleg van hoe deze Profetie voort kwam:
Adam en Elisabeth waren aan het spreken aan de telefoon. Ze begonnen te bidden voor een voorspoedige reis voor Adam en Kathrynyah voor een reis die ze zouden nemen om Elisabeth en Niko te zien voor de Sukkot.

De gehele Profetie is niet op geluidsopnamen. De geluidsopnamen start op ongeveer 1/3 van de Profetie.

* * * * * * *

Profetisch Woord begint:

Vertel hen dat ze op de 5e moeten komen want hoewel er niet vijf zijn die vergaderen symboliseert het de 5 wijze (Mattheüs 25:1-13). Vanwege het nieuwe Woord dat is voortgekomen, moet Niko niet de focus verliezen van dit. Want IK heb bestemd dat hij de overschrijver zou zijn.

En dit Woord is anders dan de anderen want IK heb het alreeds bewezen terwijl IK deze wereld schud in MIJN toorn op deze dag van Oordeel!

Wees gereed om de domino's te zien vallen. Herinner Psalm 91, hoewel je 10.000 aan je zijde ziet vallen en het zal lijken dat zij allen om jou heen aan het vallen zijn, want het is IK, YAHUVEH die ze onderuit haalt.

IK ben deze wereld aan het schudden in MIJN toorn!

Maar degenen die van MIJ zijn hoeven MIJ niet te vrezen. Want je bent in de palm van MIJN hand en MIJN andere hand bedekt jou. Je bent als een klein kuikentje en IK vertel je dit nu, zodat jouw veren niet in de war raken, want je zult gaan zien wat je liever niet zou willen zien en horen wat je liever niet zou willen horen.

Maar laat angst jou niet overweldigen, herinner waar je geloof is. Plaats je vertrouwen/geloof niet in de economie, niet in financiën, niet in je baan waar je werkt of de bedrijven die je bezit. Plaats jouw geloof alleen in IK, ABBA YAHUVEH en MIJN eniggeboren Zoon YAHUSHUA jouw MASHIACH en de kostbare RUACH ha KODESH. Houd je geloof en je ogen gericht op de beloften die IK jou gegeven heb. Ben “water wandelaars”. Peter zou niet hebben geweten dat hij op het water zou kunnen lopen indien hij niet uit de boot was gestapt en die eerste stap nam om richting YAHUSHUA te lopen. Het was angst dat veroorzaakte dat hij begon te verdrinken, maar wanneer zijn ogen YAHUSHUA weer aanschouwden

Geluidsopnamen Begint Hier:

kon hij weer op het water lopen. Dit is wat IK van jou vraag.

(Mattheüs 14…28 En Petrus antwoordde HEM, en zeide: Heere! indien Gij het zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water.
29 En HIJ zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot YAHUSHUA te komen.
30 Maar ziende den sterken wind, werd hij bevreesd, en als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende: Heere, behoud mij!
31 En YAHUSHUA, terstond de hand uitstekende, greep hem aan, en zeide tot hem: Gij kleingelovige! waarom hebt gij gewankeld?)


Jullie moeten “geloof water wandelaars” zijn want de dingen die jullie gaan zien in deze wereld, vooral in 2010, zullen veroorzaken dat vele harten falen uit angst. Plaats jouw geloof in geen enkele regering van deze wereld. Plaats jouw geloof in geen enkele politici, want hun motieven zijn hun eigen (motieven). Dit zijn de Woorden die IK tegen jou te zeggen heb, want IK ben MIJN schudden begonnen en het zal niet stoppen. IK weiger MIJ te verontschuldigen aan Sodom en Gommorah. Jullie landen die zonde blijven legaliseren, zie wat IK met jullie ga doen. Degenen die jezelf Christenen noemen en zwijgzaam blijven, klaag niet tegen MIJ wanneer jullie geen vrijheden meer hebben, want jullie blijven zwijgen. Je laat de weinigen protesteren. Je laat de anderen voort spreken. Is het je niet opgevallen dat de vijanden niet stil zijn? Is het je niet opgevallen dat degenen die zonde promoten niet stil zijn? Zij schreeuwen in luide stemmen, zelfs wanneer zij in de minderheid waren. Satans dienstknechten zijn niet stil. Waarom zijn YAHUSHUA'S dienstknechten stil? En wanneer IK spreek over dienstknechten spreek IK niet tegen jou alsof je een dienstknecht bent in het woord dat jij gebruikt. IK spreek tegen degenen die YAHUSHUA dienen. Hoe weinig spreken zich uit (tegen zonde). Hoe weinig verdedigen dat wat heilig is.

Herinner het oordeel begint toch bij het Huis van de Heer ( 1 Peterus 4:17). Waarom zijn niet alle kerken aan het protesteren? Hoeveel kerken zijn er? In iedere land, waarom zijn de kerken niet aan het protesteren tegen deze gruwelen van wetten die worden goedgekeurd? Zij halen gewoon hun schouders op. Ze bemoeien zich met hun eigen zaken. Dus wees niet verrast, oh georganiseerde kerken, wanneer de regering achter jullie aankomt en jullie vrijheid wegneemt om te prediken en een uitsluit bord op jullie kerken hangt. Wees niet verrast wanneer je land wordt afgepakt. Wees niet verrast, jullie die zo zelfvoldaan zijn met al jullie miljoenen.

IK spreek tegen de rijke nu – Jullie plaatsen je geloof/vertrouwen in jullie financiën, wees niet verrast wanneer het allemaal niets meer is dan afbrokkelend stof- as in jullie handen (Matteus 19:24, Lucas 16:19-31).

IK zal jullie laten zien.

IK zal deze wereld laten zien.

Velen zullen de boodschap beginnen te begrijpen, beginnende in 2010. Maar IK waarschuw jullie nu kinderen zodat jullie niet kunnen zeggen dat Papa jullie niet heeft gewaarschuwd. IK bereid jullie nu voor zodat jullie niet geschokt zullen zijn en IK troost jullie nu, want jullie ABBA wil niet hebben dat jullie harten verontrust zijn, want IK hou van jullie. Net zoals in de dagen van oudsher, voorzag IK van wonderen en niets is veranderd. Dus houd stevig vast aan zoom van YAHUSHUA's gewaad.

Ga door met gewassen te zijn in ZIJN vergoten Bloed.

Sta in het gewaad van ZIJN rechtvaardigheid en IK verzeker jullie, dat al jullie gebeden gehoord worden van boven uit de Hemel.

Wandel in heiligheid zodat satan jou niet kan beschuldigen. Wandel in heiligheid zodat je geen enkele schaamte brengt aan de naam van YAHUSHUA ha MASHIACH.

MIJN oren zijn geopend op een speciale manier, opnieuw Elisabeth heb jij dit gesproken toen je hebt gebeden. Het is alsof je een naald zou kunnen horen vallen, want dit is een speciale dag geweest voor al diegenen die Yom kippoer hebben onderhouden, terwijl IK jou berouw zag tonen van wat dan ook dat MIJ niet behaagde. Terwijl ieder verzoek van jouw gebeden naar MIJ werd genomen, schudde MIJN Woede op hetzelfde moment de aarde. Net zoals in de dagen van oudsher met Mozes, de kinderen van Israël werden beschermd en diegenen die een andere schepper aanbaden werden dat niet. Niets is veranderd. IK zal degenen zegenen die een zegen zijn tot MIJ. IK zal degenen vervloeken die als een vervloeking zijn tot MIJ, en zo heb IK gesproken deze dag, jouw ABBA YAHUVEH.

[Als bevestiging eerder die dag, Kathrynyah was in gebed en in het geestelijke rijk zag zij gelovigen in YAHUSHUA als kleine kuikentjes die gedreven moesten worden door YAHUSHUA. HIJ nam ZIJN handen en was ons aan het leiden alsof wij kleine kuikentjes zijn.]

Zo is het gesproken, zo is het geschreven op 29 september 2009
Een Kind, Krijger, Bruid van YAHUSHUA ha MASHIACH,
Apostel Elisabeth S. Elijah Nikomia

Contact Us
Contact Us

Psalmen 2
1: Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid?
2: De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende:
3: Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen.
4: Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten.
5: Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken.
6: Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid.
7: Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.
8: Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting.
9: Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat.
10: Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde!
11: Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving.
12: Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.

Jeremia 26:3

3: Misschien zullen zij horen, en zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg; zo zou Ik berouw hebben over het kwaad, dat Ik hun denk te doen vanwege de boosheid hunner handelingen.

Deuteronomium 13:4

4: Den HEERE, uw God, zult gij navolgen, en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden, en Zijn stem gehoorzaam zijn, en Hem dienen, en Hem aanhangen.

Matthëus 25: 1-13

1: Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet.
2: En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen.
3: Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich.
4: Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen.
5: Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap.
6: En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet!
7: Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen.
8: En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit.
9: Doch de wijzen antwoordden, zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven.
10: Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten.
11: Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open!
12: En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet.
13: Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke de Zoon des mensen komen zal.

Lucas 16: 19-31

19: En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig.
20: En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort vol zweren;
21: En begeerde verzadigd te worden van de kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen en lekten zijn zweren.
22: En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham.
23: En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot.
24: En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijd smarten in deze vlam.
25: Maar Abraham zeide: Kind, gedenk, dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten.
26: En boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote klove gevestigd, zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook die daar zijn, van daar tot ons overkomen.
27: En hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem zendt tot mijns vaders huis;
28: Want ik heb vijf broeders; dat hij hun dit betuige, opdat ook zij niet komen in deze plaats der pijniging.
29: Abraham zeide tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die horen.
30: En hij zeide: Neen, vader Abraham, maar zo iemand van de doden tot hen heenging, zij zouden zich bekeren.
31: Doch Abraham zeide tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.

Matthëus 19: 24

24: En wederom zeg Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods.